Ouwe jongens krentenbrood

Een wandeling rond Aartswoud, gelopen op zaterdag  20 februari 2021

Een goede voorbereiding is het halve werk. Maar als je half werk maakt van je voorbereiding, kom je bedrogen uit. Ik pluk mijn wandelingen meestal van internet, de wandelzoekpagina, om precies te zijn. Een aanrader want dat gaat eigenlijk altijd goed. Voor vandaag zocht ik iets in de buurt en kwam uit bij een wandeling rond Aartswoud. Niet te gek lang en volgens het bijgeleverde kaartje ook behoorlijk weg van het asfalt. Had ik ook de routebeschrijving vast gelezen dan had ik waarschijnlijk een andere keuze gemaakt, maar daar gunde ik mij de tijd niet voor. Welnee, in het volste vertrouwen printte ik de boel uit en ging op pad.



Bij het klooster in Nieuwe Niedorp laat ik mij afzetten en loop met de zon op mijn bol de eerste voorjaarsdag tegemoet, al is het pas februari. Heerlijk. Langs de Langereis gaat het, een afwateringskanaal dat de naam dankt aan de rivier de Reis die het kanaal was voordat de rivier tot kanaal werd rechtgetrokken. Dat ik over een doodlopende weg wandel baart mij geen zorgen, dat zal alleen voor het rijdend verkeer gelden, neem ik volautomatisch aan. Tot ik voor het toegangshek van een riante stolpboerderij sta waarop duidelijk leesbaar staat vermeld dat het vanaf hier een eigen weg betreft. Geen wandelaarstrappetje over een hek, geen achterommetje of olifantenpaadje. Bedremmeld bestudeer ik de routebeschrijving maar die bezweert me dat ik hier over het erf van de familie Modder mijn weg langs de Langereis moet vervolgen. Zelfs zou Cees Modder mij ontvangen in zijn schuren en stallen, waar ik zijn bedrijfs- en cultuurhistorische collectie zou kunnen bekijken, zie ik nu.
Terwijl ik daar wat besluiteloos sta te dralen komt een meneer uit de stolp tevoorschijn, het lange, beginnend grijzende haar in een slordig knotje. Hij bevestigt mijn vermoeden dat ik hier niet verder kan wandelen, al zegt mijn routebeschrijving van wel. Op mijn vraag of hij misschien deel uitmaakt van de familie Modder veronderstelt hij dat mijn wandeling waarschijnlijk al wat ouder is omdat Cees Modder een paar jaar terug is overleden, en hij sinds vijf jaar de nieuwe eigenaar van boerderij en erf is. Samen met zijn vrouw is hij van plan er een bed & breakfast te beginnen, maar voor het zover is moet er nog heel wat geklust worden, vertelt hij gemoedelijk. En als ik dat nou zo leuk vind heeft hij er geen bezwaar tegen dat ik over zijn hekjes klim en over zijn land mijn wandeling vervolg, een aanbod dat ik graag accepteer. Het levert me een bescheiden avontuurlijk gevoel op, ik heb weinig nodig.
Wanneer ik wat later terug klim naar de openbare weg gaat het meteen weer fout. Hier stuurt de beschrijving mij over een hek linksaf de wei in waardoor ik omringd door schapen, pinken en ganzen door de Weelpolder naar de Westfriesedijk zal lopen. Ook hier heeft de tijd niet stilgestaan. Inmiddels is de wei aangemerkt als vogelrustgebied en kwetsbare natuur en dus verboden toegang. Daar kan mijn avontuurlijk gevoel niet tegenop. Bovendien, dat bordje staat er niet voor niks, zó veel burgerlijke ongehoorzaamheid past mij niet. Er zit niks anders op dan langs een andere weg op de bedoelde route terug te komen, een hele uitdaging voor iemand met mijn richtingsgevoel en alleen een gebrekkig kaartje.



Langs een nog gedeeltelijk bevroren sloot loop ik richting Aartswoud. Inderdaad zie ik wat ganzen aan de overkant, in het verboden gebied, en inderdaad doen ze het rustig aan. Een stel hazen vermomt zich, zodra ze mij in de gaten hebben, redelijk succesvol als graspol, de oren plat, doodstil ineengedoken tegen de grond. Als ik ze wil fotograferen moet ik ze warempel weer even zoeken. Wat wel moeiteloos ononderbroken in het oog blijft springen zijn de enorme, spierwitte windmolens die hier nog niet zo lang geleden in de Wieringermeerpolder zijn neergezet. Zo groot zijn ze dat bomen, huizen en boerderijen, die toch een stuk dichterbij staan, er nietig bij lijken. Het is het nieuw Hollands landschap. Daar kun je van alles van vinden, al vind ik het best ingewikkeld te bedenken wat dan precies, maar daar verandert het niet van. Het feit dat de opgewekte stroom op geen enkele manier ten goede komt aan de mensen die er hier wel tegenaan moeten kijken maakt ze in elk geval niet per se sympathieker.
De geïmproviseerde route brengt mij ook door een buurtschapje vlak voor Aartswoud. Een wat losgezongen verzameling huizen, schuren, erven, boetjes en bouwsels zoals je die wel meer ziet in West Friesland. Een vrijgevochten minidorpje met eigen wetten en regels, lijkt het. Ik raak aan de praat met een meneer op de fiets die het een bedoeninkje noemt en verdomd, dat is precies het goede woord. Een bedoeninkje. Een uitstervend verschijnsel, volgens de meneer op de fiets, omdat jonge mensen hier niets meer te zoeken hebben, en wegtrekken naar de grote stad, terwijl yuppen uit de stad, met geld maar zonder dorpsgevoel, de boel opkopen. Zo kan een eenvoudige wandeling toch aan grote thema’s raken.



Via het Blote Bienepad slinger ik tussen weilanden en langs bevroren sloten, boerenerven en kassen aan de horizon, windmolens in de rug, en kom dan terecht in Tropweere. Opnieuw een buurtschap, een voorbode van De Weere. Een bedoeninkje. En hier meen ik te zien waar de meneer op de fiets het over had. Rommelige erven met oude auto’s, scheve boetjes en houtje touwtje onderhouden huizen en stolpjes wisselen af met glimmend gerestaureerde panden met hippe zwarte carports en strakgetrokken tuinen. Ik mag aannemen dat we hier dan het verschil zien tussen de authentieke bewoner en de rijke import uit de stad.
Even buiten De Weere word ik opnieuw het weiland in gestuurd, over een boerenweg van stelconplaten die duidelijk niet openbaar bedoeld is. In de routebeschrijving gaat het er gezellig van ouwe jongens krentenbrood aan toe, lopen we over het weiland van boer Piet, het lelieland van boer Hans en het erf van de familie Langedijk naar De Gouwe, maar ik heb mijn bedenkingen. Misschien is boer Piet ook wel dood, inmiddels. Misschien is boer Hans wel een ontzettend vervelende vent geworden, met een valse herdershond. Misschien is het erf van de familie Langedijk ondertussen het aangeharkt domein van een geborneerde vastgoedmiljardair die niet op wandelaars over zijn oprijlaan zit te wachten, voor je het weet zit er een kras op één van de Tesla’s tenslotte.
Een langswandelende mevrouw die misschien haar coronaommetje maakt en mij een beetje ziet mokken langs de kant van de weg, wijst mij op de Driestedenweg, die een stukje terug ook naar links gaat, door De Weere heen. En dat je zo met een flinke omweg toch in De Gouwe komt. Ik besluit dat dat dan maar moet gebeuren maar ik voel aan mijn water dat het niet meer echt goed gaat komen met deze wandeling. De Weere is niet per se vervelend om doorheen te wandelen maar daarna wordt het afzien langs lange, rechte en drukbereden asfaltwegen. Strontvervelend. Ter hoogte van Hoogwoud word ik tijdelijk gered door een grasdijk door het weiland, waardoor de stemming weer even opfleurt maar als ik vanuit Hoogwoud geen andere uitvalsweg vind dan nog meer lange rechte en drukke wegen verklaar ik de wandeling voor beëindigd en laat mij voortijdig ophalen.



Eenmaal weer thuis lees ik in de disclaimer van de routebeschrijving dat deze wandeling, dankzij de bereidwillige medewerking van de verschillende agrariërs, slechts één speciaal weekend gelopen kon worden. In 2005. Waarom hij dan nog steeds op internet wordt aangeboden is natuurlijk een ondoorgrondelijk raadsel, maar goed, ik had gewoon beter moeten opletten. Een goede voorbereiding is het halve werk.

Bekijk eventueel het fotoalbum bij deze wandeling.