Iets van een jubileum

Trage Tocht Hippolytushoef, gelopen op zondag 5 november 2022

We ontmoeten elkaar op een pleintje in Hippolytushoef. Normaalgesproken zouden we ergens in het hoge Noorden hebben afgesproken, voor een nieuwe aflevering van het nog altijd onderhavige Grootfrieslandpad. Alleen het laatste stukje daarvan wacht ons nog. Maar we hebben even geen zin in al te lange autoreizen en de resterende etappes nodigen niet echt uit, in onze ogen, om met winters weer te bewandelen. Nog afgezien van het feit dat het onpraktisch vroeg donker wordt, deze tijd van het jaar. De tijd tot het voorjaar vullen we, zo hebben we bedacht, met wandelingen rond onze respectievelijke woonplaatsen. Vandaag is dat Wieringen, het vergeten waddeneiland, zoals het niet moe wordt zichzelf te noemen.



Het is dan ook al honderd jaar geleden, zo’n beetje, dat Wieringen voor het laatst een eiland was. In 1924 kwam de eerste verbinding met het vasteland tot stand met de Amsteldiepdijk, ook wel de korte Afsluitdijk genoemd, waarvan ik laatst in een oude aflevering van Vroege Vogels zag dat dat ook inderdaad een soort oefening was voor de echte Afsluitdijk, die, zoals iedereen weet, in 1932 werd voltooid. Twee jaar daarvoor was het voormalig eiland al definitief aan Noord-Holland vastgegroeid met de Wieringermeerpolder. In feite werd daarmee dan wel weer de originele toestand van voor de Middeleeuwen hersteld, lees ik, omdat Wieringen pas rond 1200 door verschillende zondvloeden werd los gespoeld van het vasteland. In de ongeveer achthonderd jaar dat het dus een eiland was, heeft Wieringen het nodige meegemaakt aan onderwerpingen en opstanden. Plunderingen door Vikingen, Watergeuzen en Friese roversbenden onder leiding van de gevreesde Grote Pyr. Om over de eeuwige strijd tegen het water maar te zwijgen. Vandaag is daar niet veel meer van te zien, het vriendelijk landschap ligt er kalm, kleinschalig en vredig bij. Onder zware luchten, dat dan weer wel.



In Hippolytushoef, Hippo voor de kenners, gaan we op zoek naar een kop koffie, maar dat lijkt een hopeloze onderneming. Wat ervoor in aanmerking komt, en dat is al niet veel, is dicht. Omdat we hier niet voor het eerst zijn, meen ik me van een vorige tocht te herinneren dat er achter de kerk een tentje zat. Wanneer we het rondje om de kerk maken, blijkt dat ik me waarschijnlijk een ander tentje achter een andere kerk bij een andere wandeling herinner. Waar het had moeten zitten, zit nu tenminste een kapper. Al tooit die zich met de weer in zwang geraakte term barbier, wat mij de hoop biedt dat ik het toch bij het rechte eind had, dat de barbier er nog niet zo lang zit en het eerder een koffietentje was. Ach ja. Terzijde van de kerk stuiten we evengoed nog onverwacht op een bord waarop de vers gezette koffie wordt aangeprezen, terwijl zich achter de deur en de etalage wel heel erg een meubelzaak lijkt te bevinden. We twijfelen. Is het raar een meubelzaak binnen te lopen voor alleen een kop koffie? Niet als er zo’n bord buiten staat, besluiten we. En wat is raar? We zien wel.
De goedlachse jongeman achter de toonbank, of is het een counter, lost het op. We hebben hier te maken met het shop-in-shop model. Een bedrijfsverzamelgebouw waar aanvankelijk zes winkeltjes in zaten, waaronder een inmiddels verhuisde kapper (!), de meubelzaak en de koffietent, die eigenlijk een winkel voor streekprodukten, cadeaux en koffiebonen is, maar waar wij, aan het enige tafeltje, ook voor een koffie kunnen neerstrijken. Met Wieringer koek, zoals wij ons laten aanbevelen. Het is een flinke koek bij een flinke cappuccino maar de prijzen zijn op zijn minst pre-corona te noemen. We begrijpen niet dat het hier niet veel drukker is. De Wieringer koek overigens, lijkt als twee druppels water op een groot uitgevallen Jodenkoek, waarvan de naam inmiddels in opspraak en onbruik is geraakt, en vervangen door het wat manke Odekoek, en waarvan wij ons nu afvragen of we die eigenlijk niet beter gewoon Wieringer koek kunnen gaan noemen.
Enfin, het is maar een idee.



Vanuit Hippolytushoef lopen we richting de Waddenzee, onder nog altijd zware luchten en zodra we de zeedijk beklimmen begint het inderdaad te regenen. Te hard om je er niks van aan te trekken, niet hard genoeg om op onze schreden terug te keren op zoek naar een plek om te schuilen. We doen het ermee. We herinneren ons nu dat we ter afsluiting van het Noordhollands deel van het Nederlands Kustpad ook een rondje Wieringen zouden lopen. Een rondje dat destijds, in 2015, weldegelijk in het water viel. Vandaag loopt het beter af, het blijft overwegend droog, de rest van de dag.
De Waddenzee, tegenwoordig tot onze grote schande opnieuw bedreigd in haar ongerept bestaan, biedt als altijd een majestueuze aanblik, ook onder de grijze wolken die erboven verzamelen, en zich er ijdel in weerspiegelen. Het is eb, een dun laagje water is overgebleven en strekt zich uit naar de einder om daar naadloos over te gaan in het zwerk. Handenvol strandlopertjes haasten zich over het glanzend slik, op zoek naar iets te eten, dat snel wordt opgepikt en dóór gaat het weer. Verderop bivakkeert tijdelijk een koppel ganzen. Zijn het de rotganzen waarvan we in Hippolytushoef een bronzen beeld zagen staan? Geen idee. We lopen afwisselend over de geasfalteerde zeedijk en een grasdijk. We kijken uit over een licht glooiend landschap met kerktorentjes aan de heiige horizon, de weilanden hier en daar op z’n Texels gescheiden door tuunwallen. De bijbehorende schapen, komen we tegen, een zilverreiger. In de verte gloort Oosterland.



We ontmoeten een meneer die zich gedurig bukt om foto’s te maken, met een tamelijk indrukwekkende camera. Nou ja, ontmoeten.. erg gebrand op een praatje lijkt de meneer niet te zijn, maar we proberen het toch, in Arnout Hauben stijl. Paddenstoelen, vertelt hij afwerend, als wij hem vragen wat hij fotografeert. Maar, vult hij bij verder vragen schoorvoetend aan, veel weet hij er niet van. Hij is meer van de nachtvlinders, maar omdat het daarvoor nu een flauwe tijd is, behelpt hij zich met paddenstoelen. Je moet toch wat, zo klinkt het. Lusteloos kijkt hij er bij in het rond. Hij is er nog wel voor uit Hoorn komen rijden begrijpen we, want daar blijkt hij te wonen, persen we er uit. Maar als we dat enthousiast een mooie stad noemen, monkelt hij dat hij liever in Amsterdam was gebleven, waar hij een fantastisch huis had, met een geweldig uitzicht over een schitterend natuurgebied. Wij vermoeden hier een groot drama, waarvan wij echter geen zin hebben dat er ook nog uit te trekken, tenslotte zíjn we géén Arnout Hauben. We wensen de meneer een fijne dag en gaan verder met de onze.



Bij Oosterland trekken we landinwaarts, ronden de kerk met de karakteristieke, van baksteen gemetselde torenspits, zoals je er hier veel ziet, en lopen langs de andere kant van het eiland terug. Over de voormalige dijk, die zich nu nutteloos en overbodig over het vasteland kronkelt, een eindje boven het maaiveld. Waar in vroeger tijden het Wieringer meer kabbelde, klotste en beukte, strekt zich nu de Wieringermeerpolder uit. Hoewel het tot Hippolytushoef feitelijk de Nieuwlandpolder is, die in 1848 vanuit het eiland werd aangelegd. Opnieuw werd aangelegd, moet ik zeggen, omdat een eerdere versie in 1683 door een storm werd weggevaagd.
We passeren het laatst overgebleven, gereconstrueerde stukje van de wierdijk die het eiland sinds de 16e eeuw tegen het water moest beschermen. Tot in de 18e eeuw de paalworm zijn verwoestende intrede deed en men met steen aan de gang moest.



Uiteraard worden we al wandelend ook her en der geconfronteerd met de agrarische onvrede die de laatste maanden als een kwalijke damp over het land hangt. Omgekeerde vlaggen, armzalig getypografeerde spandoeken en borden, nauwelijks leesbaar, met bedenkelijk rijm.. het zal allemaal wel. Als een soort van tegenhanger komen we ook een varken tegen. Een varken in de buitenlucht. In een zelfgecreëerde modderpoel waarin het rond kan lopen, waarin het gezelschap heeft van een drietal andere varkens, die zich even hebben teruggetrokken, in een vrij toegankelijk schuurtje. Bedenk u eens hoe lang het geleden is dat dat een normaal beeld was, een varken in de buitenlucht, met zijn poten in de modder, op een boerenbedrijf. Heeft u dat nog meegemaakt? En is het niet eens tijd om ons de vraag te stellen, variërend op een ander hot item, of Nederland niet te klein is voor twaalf miljoen varkens. Vier miljoen koeien. Honderd miljoen kippen. In plaats van al die obstinate vlaggen overal. Denk er eens over na, zou ik zeggen.



Al meanderend over het smalle dijkje langs de polder komen we tot de gezamenlijke ontdekking dat we niet alleen maar eerder op Wieringen waren met z’n tweeën, twee keer zelfs, maar dat ditzelfde stuk dat we nu, op dit moment lopen, aan de zuidkant van het eiland richting Hippo, de eerste wandeltocht is die wij samen ondernamen. Als eerste etappe van het Noordhollandpad, waarmee onze gezamenlijke wandelcarrière in 2006 begon. Dat we die eerste wandeling hier en nu dunnetjes over lopen te doen. We slaan het ter plekke na op het wandelweblog dat mijn schoonzus destijds bijhield en het blijkt 15 jaar, 3 maanden en 4 dagen geleden te zijn. Het is niet bepaald een rond getal, maar voelt evengoed als iets van een jubileum. Met gepaste weemoed lezen we het weblogstukje terug. Vijftien jaar. Zo lang. Zo kort. Wat is er allemaal gebeurd in die tijd? In elk geval hebben we heel wat wandelingen aan die eerste etappe toegevoegd. We liepen het Noordhollandpad, het Nederlands Kustpad, het Zuiderzeepad, het Utrechtpad en het Grootfrieslandpad. En nog altijd zijn we niet uitgepraat. Ook vandaag lopen we weer zo te kletsen dat we de bedoelde afslag naar Hippolytushoef missen en veel te ver door dreigen te lopen. Als we haar toren een heel eind achter ons zien staan, begrijpen we hoe het zit en vinden we onze eigen weg terug naar het startpunt. We missen daardoor de eendenkooi, maar dat maken we dan wel goed als we over een paar weken terugkomen voor de groene wissel, die, ook vanuit Hippo, de zuidelijke kant van het eiland beloopt.


Bekijk eventueel ook het fotoalbum bij deze wandeling

Lees eventueel over eerdere wandelingen op Wieringen:

Een eiland aan de vaste wal

Een rondje om de kerk


2 gedachtes over “Iets van een jubileum

Plaats een reactie